welkom

Welkom bij opa Jan

dinsdag, december 24, 2013

Vergankelijkheid

Jaren geleden stond er op de kruising Aelbrechtskade- Lage Erfbrug – Nieuwe Binnenweg een robuuste politieman het verkeer in de spits te regelen. Dit was niet zo maar een politieman, nee dit was een niet te negeren personage.
Als hij zei stop dan stopte je ook, deed je het niet dan kwakte hij je persoonlijk tegen het asfalt.
Een paar jaar geleden zie ik een man op de fiets ,hij steekt zijn hand op en  dacht gelijk dat gebaar heb ik meer gezien.
Met barse stem sprak hij;”Ben jij trambestuurder geweest?”
Ja ja het was de niet te negeren politieman van bureau Marconiplein die met strakke hand het verkeer bij de Lage Erfbrug in goede banen trachtte te leiden.
We maakten een gezellig praatje over vroeger en dat alles toen beter was, ken je dat?
Het bleek dat hij op niet zo een fraaie manier afgevoerd was van zijn stekkie bureau Marconiplein.
Steeds als we elkaar tegen kwamen was er even contact, maar steeds ging de eens zo robuuste politieman van weleer vreemd worden.
Hij fietste met een lading plastictassen van vuilnisbak naar vuilnisbak, haalde daar dingen uit die schijnbaar van zijn gading waren maar die het oprapen nog niet waard bleken te zijn.
Steeds moeizamer ging het fietsen hij werd krommer en krommer, trager en trager.
Vanmorgen zag ik hem weer, hij loopt nu met een winkelwagentje waar hij alle troep die hij uit vuilnisbakken haalt  in dumpt.
Hij verslonst zich zelf, ziet er niet meer uit en strompelt al mompelend met zijn winkelwagentje door de wijk.
Het is bijna niet te geloven wat er van deze eens zo  robuuste autoritaire man is overgebleven.
Om zo af te takelen is het ergste wat een mens kan overkomen, misschien dat hij zich voelt zoals kahlil Gibran het beschreef in de volmaakte wereld.

Te midden van volmaakte wezens woon ik, het onvolmaakst.
Ik  ben de menselijke chaos, als een nevel van  verwarde elementen dwaal ik rond in werelden die af zijn,met mensen van sluitende wetten en helder gezag, hun gedachten gerangschikt, hun dromen op orde, visioenen geboekstaafd in archieven.
Waarom toch ben ik hier, o God van de verloren zielen,U, de verlorene onder de goden?
(Kahlil Gibran)



Geen opmerkingen: