Jaren geleden stond er op de kruising Aelbrechtskade-
Lage Erfbrug – Nieuwe Binnenweg een robuuste politieman het verkeer in de spits
te regelen. Dit was niet zo maar een politieman, nee dit was een niet te
negeren personage.
Als hij zei stop dan stopte je ook, deed je het niet dan
kwakte hij je persoonlijk tegen het asfalt.
Een paar jaar geleden zie ik een man op de fiets ,hij
steekt zijn hand op en dacht gelijk dat
gebaar heb ik meer gezien.
Met barse stem sprak hij;”Ben jij trambestuurder geweest?”
Ja ja het was de niet te negeren politieman van bureau
Marconiplein die met strakke hand het verkeer bij de Lage Erfbrug in goede
banen trachtte te leiden.
We maakten een gezellig praatje over vroeger en dat alles
toen beter was, ken je dat?
Het bleek dat hij op niet zo een fraaie manier afgevoerd
was van zijn stekkie bureau Marconiplein.
Steeds als we elkaar tegen kwamen was er even contact,
maar steeds ging de eens zo robuuste politieman van weleer vreemd worden.
Hij fietste met een lading plastictassen van vuilnisbak
naar vuilnisbak, haalde daar dingen uit die schijnbaar van zijn gading waren maar
die het oprapen nog niet waard bleken te zijn.
Steeds moeizamer ging het fietsen hij werd krommer en
krommer, trager en trager.
Vanmorgen zag ik hem weer, hij loopt nu met een
winkelwagentje waar hij alle troep die hij uit vuilnisbakken haalt in dumpt.
Hij verslonst zich zelf, ziet er niet meer uit en
strompelt al mompelend met zijn winkelwagentje door de wijk.
Het is bijna niet te geloven wat er van deze eens zo robuuste autoritaire man is overgebleven.
Om zo af te takelen is het ergste wat een mens kan overkomen, misschien dat hij zich voelt zoals
kahlil Gibran het beschreef in de volmaakte wereld.
Te midden van volmaakte wezens woon ik, het onvolmaakst.
Ik ben de
menselijke chaos, als een nevel van
verwarde elementen dwaal ik rond in werelden die af zijn,met mensen van
sluitende wetten en helder gezag, hun gedachten gerangschikt, hun dromen op
orde, visioenen geboekstaafd in archieven.
Waarom toch ben ik hier, o God van de verloren zielen,U,
de verlorene onder de goden?
(Kahlil Gibran)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten